Economische sancties en de gedupeerde staten
De hoe en wat van economische sancties…
Gerben Veenema – 21 augustus 2020
In het vorige blog hebben we gekeken naar diplomatieke sancties. De impact daarvan is doorgaans niet enorm. Economische sancties en militaire sancties kunnen daarentegen een enorme impact hebben.
Maar het is ook veel moeilijker om een verstandige beslissing te maken met deze vormen van sancties. Laten we eens kijken naar de economische sancties. Let op: als je meer wilt weten over “retorsions” en “reprisals” dan plaats ik onder dit artikel een interessant boek van Jan Klabbers dat dit uitlegt. In dit artikel ga ik niet op deze termen in.
In dit artikel zou ik ook iets zeggen over militaire sancties. Maar… als je ff snel naar beneden scrolt zie je dat dit artikel al best lang is. Over militaire sancties an sich is niet veel te vertellen. Maar het is interessanter als ik direct wat praktische context geef, zoals
“Just War”-theorie, hoe het zit met de veiligheidsraad van de VN, e.d. Nu zijn daar boeken over geschreven, dus ik kan niet alles in één artikel vertellen. Maar volgende week geef ik een kleine inleiding in militaire sancties/ maatregelen en hoe dat werkt in de internationale politiek.
Allereerst, ik ben niet een fan van economische sancties (behalve als handelsinstrument). De nadelen zijn te groot. Economische sancties schaden de eigen economie. Als je bijvoorbeeld de import van een product verbiedt om een ander land te sanctioneren, dan moeten bedrijven die dat product gebruiken dat product ergens anders vandaan halen. Vaak moeten ze dan een duurdere leverancier gebruiken maar het kost ook al tijd en geld om een nieuwe leverancier te vinden, afspraken te maken, contracten op te stellen, etc. Dus de eigen bedrijven lijden eronder. Subsidies om de geraakte bedrijven te helpen zijn vaak niet dekkend.
Dat kun je zien als “tijdelijke” schade. Als de sancties worden opgeheven is er natuurlijk een kans dat bedrijven uit het gesanctioneerde land überhaupt niet meer willen samenwerken. Dat betekent dat de tijdelijke schade permanente schade is geworden.
Hetzelfde geldt voor het verbieden van exportproducten. Toen Rusland Oekraïne was binnengevallen en het Krim heeft geannexeerd, werden er veel sancties opgelegd en werd bijvoorbeeld de export van bepaalde groente en fruit naar Rusland verboden. Het gevolg? Russische bedrijven gaan op zoek naar andere leveranciers, bijvoorbeeld uit het Midden-Oosten, en als dat bevalt dan blijven ze daar! Dus je eigen bedrijven zien hun klanten eigenlijk in de armen van de concurrent vluchten.
Het biedt daarentegen ook kansen, maar dat is minimaal. Het dwingt de eigen bedrijven namelijk om op zoek te gaan naar nieuwe kansen in de markt en wellicht vinden ze juist een mega-deal die ze anders niet hadden gevonden. Maar dat weegt mijns inziens nooit op tegen de nadelen.
Een ander nadeel is dat economische sancties vaak de burgers van een land treffen en niet de overheid. Dus waar diplomatieke sancties echt tussen overheden gelden en burgers vaak weinig gevolgen ervaren, is dit voor economische sancties haast omgekeerd. Als je bijvoorbeeld de export van aardappels verbied, hebben de burgers in het andere land geen aardappels meer om te eten of ze moeten veel duurdere aardappels ergens anders vandaan halen.
Daarbij is er wel een verschil of er sancties worden opgelegd in het kader van de handel of dat ze worden opgelegd om bijvoorbeeld corruptie in een land te bestraffen, of bepaalde mensenrechten te promoten. Voor de handel kunnen “sancties” best nuttig zijn, maar we gaan in dit artikel uit van niet-handelsgevallen.
Welke soorten economische sancties zijn er? Geloof me… heeeeeel veel. Ik ga een rijtje opnoemen, maar er zijn er altijd meer te vinden. Ook omdat er steeds weer nieuwe, creatieve manieren worden gevonden om te sanctioneren.
Landen geven doorgaans subsidies aan andere landen om hen te helpen ontwikkelen. Hoe sterker je buurlanden zijn, economisch of militair gezien, hoe meer gebruik je daarvan kunt maken. Zo verstrekte Rusland ook subsidies aan Wit-Rusland, maar heeft deze subsidies gekort.
De Europese Unie heeft ook veel subsidies, bijvoorbeeld voor duurzaamheid, innovatie, onderwijs, enz. De EU kan haar lidstaten dus sanctioneren door subsidies in te houden zodat de ontwikkeling in dat land wordt vertraagd.
Het voordeel is dat dit doorgaans weinig economische schade aan de eigen economie oplevert. Het komt echter de relatie niet ten goede en als de naburige economie trager groeit, betekent dit doorgaans ook een vertraging van de eigen groei. In ieder geval is op de korte termijn wel geld uitgespaard.
Ongetwijfeld weet je dat landen vaak bij andere landen of bij banken van andere landen lenen. Een van de makkelijkste economische sancties die een land kan opleggen is het simpelweg bevriezen van die geldstromen. Het nadeel is echter wel dat de eigen financiële sector een klap krijgt.
Zoals al eerder aangehaald werden sommige export producten naar Rusland verboden toen Rusland het Kremlin bezette. In plaats van de export volledig te verbieden kunnen ook quota’s worden opgelegd. Dan mag maar een bepaalde hoeveelheid producten worden geëxporteerd.
Stel dat Nederland normaal gesproken 213 ton aardappels per jaar naar Rusland exporteert, zou Nederland kunnen bepalen dat er maar 150 ton aardappels mag worden geëxporteerd. Het gevolg is dat er in Rusland schaarste ontstaat indien Rusland niet snel nieuwe import realiseert. Daarmee zullen de aardappelprijzen in Rusland stijgen en zullen de mensen ongetwijfeld gaan klagen.
Ken je de situatie in Venezuela? Daar is een enorm tekort en wat er is houdt de overheid voor zichzelf. Mensen hebben geen eten, drinken, medicijnen of andere goederen. Om de overheid te dwingen beter voor haar mensen te zorgen zouden er sancties kunnen worden opgelegd. Het probleem is echter dat je de mensen die toch al niets hebben nog meer in de problemen brengt terwijl de overheid alles voor zichzelf blijft houden… Niet heel ethisch dus.
Mits er dus niet nieuwe import wordt gerealiseerd uit een ander land kan dit de druk in een land enorm opvoeren. Het kan de eigen bevolking bewegen in opstand te komen. Dit kan hen op de lange termijn helpen, maar tegen welke prijs?
In plaats van het verbieden of quoteren van export of import, kunnen ook de belastingen op bepaalde producten worden verhoogd. Zo wilde Trump de belastingen op Europese auto’s verhogen van 2,5% naar 20%. Een extreme verhoging. Dat was niet zo gek eigenlijk. Europa hanteert namelijk een tarief van 10% op Amerikaanse auto’s, dus vier keer zoveel. Dat is dan alleen op de export, maar vervolgens heeft de EU ook nog veel regels voor en heffingen op bijvoorbeeld milieu en dergelijke. Dus Europa was veel strenger voor de Amerikaanse auto-industrie dan andersom.
Trump wilde dat Europa dit aanpaste en daarom kwam hij met die maatregel. Als Europa de import van Amerikaanse auto’s dus net zo makkelijk zou maken als het in Amerika is om Europese auto’s te importeren, dan zou de belastingverhoging niet doorgaan. Dus de belastingverhoging was in dit geval een niet zo’n heel gek pressiemiddel voor meer economische samenwerking. In het geval van handel kan een sanctie enorm nuttig zijn.
Maar denk je eens in als de enige welvaart die er nog is in Venezuela zou komen van de export naar Europa en Europa beslist nog meer belasting te heffen en de regels nog strenger te maken om Maduro aan te zetten tot een hervorming van het land… Daar moet je niet aan denken toch?
Dit klinkt wat raar en in een democratie is het ook niet erg gebruikelijk. Maar neem even een autoritaire staat als uitgangspunt, waarbij de democratische waarden dus niet heel belangrijk zijn.
Het is mogelijk voor een overheid om wetgeving te maken waarmee de eigen economie gaat concurreren met de economie van het doelwit. Stel dat land B bekend staat om de koeien en de grote hoeveelheden melk die zij produceert en exporteert. Omdat de veehouderij in land B enorm groot en efficiënt is, kan land B tegen lage tarieven melk exporteren naar de omliggende landen.
Buurland A wil land B echter een slag toedienen. Land A maakt daarom allemaal regels om de eigen veehouderij te stimuleren. Dus er komen allerhande subsidies voor technologisch onderzoek om de melkproductie beter en efficiënter te maken. Er komen awareness programma’s waar burgers worden gestimuleerd een baan te zoeken waarin ze bijdragen aan de productie van melk. Als er bijvoorbeeld belastingen zijn voor CO2 uitstoot worden uitzonderingen gemaakt voor de veehouderij, enz.
Op deze manier kan de veehouderij een kunstmatige impuls krijgen waardoor de sector in land A enorm toeneemt en kan gaan concurreren met land B. Dit kost land A extreem veel geld en wellicht krimpt de economie ook enorm. Maar op de lange termijn zal het ongetwijfeld ook resulteren in een krimp van de economie van land B.
Deze casus is natuurlijk niet een “sanctie”. Maar grote, sterke economieën kunnen besluiten om buitenlandse economieën te sanctioneren door moedwillig impulsen te geven aan de eigen sectoren. Als het andere, veel zwakkere land dan gedaan heeft wat het sterke land wil, dan stopt het sterke land weer met de impulsen voor de eigen sectoren.
Zoals ik al aangaf, dit is erg hypothetisch. Als dit gebeurt is het vaak in een autoritair land en dan blijkt het ook vaak niet een van de slimste beslissingen.
Wel worden bepaalde maatregelen in een land regelmatig ingezet, bijvoorbeeld subsidies voor een bepaalde sector, maar dan is dat niet bedoeld om een andere economie te beschadigen, maar om de eigen economie te stimuleren.
Dit lijkt een beetje op het stoppen of bevriezen van bijvoorbeeld leningen en subsidies. Echter, het gaat hier vaak om private assets. Stel dat een aantal grote Duitse bedrijven hun geldzaken regelen bij Zwitserse banken, dan zou de Zwitserse overheid kunnen besluiten deze rekeningen te bevriezen. Deze Duitse bedrijven hebben dan ineens geen beschikking meer over hun geld, wat veel schade aan deze bedrijven kan berokkenen.
Deze Duitse bedrijven zullen dan ongetwijfeld gaan lobbyen bij de Duitse overheid om in gesprek te gaan met de Zwitserse overheid om ervoor te zorgen dat de rekeningen weer worden vrijgegeven.
Ook overheden zelf hebben vaak eigendommen in andere landen. Niet superhandig als die bevroren worden. Dan kun je toch maar beter proberen vrienden te blijven…
Een van de meeste simpele economische sancties is het verbieden van het openen van vestigingen door buitenlandse bedrijven. Dit doe je vaak niet als eenzaam land, maar in een zogenaamd blok. Als de Europese Unie bijvoorbeeld aan Wit-Russische bedrijven verbiedt zich binnen de Europese Unie te vestigen, dan kun je je voorstellen dat dit de ambitie van een groeiend, Wit-Russisch bedrijf in de weg kan staan.
Een reisverbod is denk ik niet zozeer een economische sanctie. Trump had bijvoorbeeld een inreisverbod voor Chinezen ingesteld om te voorkomen dat Covid-19 naar Amerika zou komen. Dan is het niet zozeer een sanctie maar een voorzorgsmaatregel.
Het kan ook als sanctie gelden. Op dit moment is er veel gaande over 5G en Huawei. Er is angst dat China allerhande technologie exporteert dat in andere landen als spionageapparatuur kan worden gebruikt. Hetzelfde kan gelden voor Chinese toeristen; zijn zij wel toeristen?
Stel dat er dreiging is tussen landen dan is het mogelijk dat ze elkaar een inreisverbod opleggen om te voorkomen dat “burgers” van het ene land komen spioneren in het andere land. Daarnaast kunnen voorwaarden worden gesteld. Zo kan de EU bijvoorbeeld aan China opdragen dat alle belangen die de Chinese overheid heeft in haar tech bedrijven, die hier hun apparatuur installeren, verkoopt. Dit kan voor de EU weer een garantie zijn dat de Chinese overheid niet spioneert middels deze apparatuur en wordt het reisverbod weer opgeheven.
Vergunningen zijn vervolgens denk ik één van de meest gebruikte economische “sancties”. Het is echter onduidelijk of dit echt sancties zijn of dat het gaat om het moeilijker maken om te concurreren. De overheid kan bijvoorbeeld verplicht stellen dat producten uit bepaalde gebieden aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Daarvoor moeten allemaal tests worden gedaan en allemaal procedures worden doorlopen. Dit is vaak erg kostbaar dus zal een bedrijf liever niet zijn producten exporteren naar dat strenge land. Het gevolg is dat de nationale bedrijven beter kunnen concurreren op de nationale markt dan buitenlandse bedrijven.
Dit soort strenge regels kunnen ook als sanctie worden opgelegd. Zo zijn er gebieden in Israël waarvan belangrijke organisaties vinden dat Israël die gebieden bezet en dat dat dus Palestijnse gebieden zijn. Een heerlijke wijn uit dat gebied heeft op het etiket “Israël” als land van herkomst. Daar is veel tegenop gekomen en er werd geëist dat de etiketten voortaan “Palestina” of een andere aanduiding als “Israëlische nederzetting” zouden dragen.
Nu begrijp ik dat ik hierop reacties op dit voorbeeld kan krijgen van twee kampen; ik doe hiermee geen enkele uitspraak over de (on)rechtmatigheid van de activiteit van Israël, daar is dit artikel niet voor bedoeld. Wat interessant is aan dit etiket is dat het vooral voor Israël geldt, maar producten uit gebieden die door andere landen zijn geannexeerd, daar wordt niet moeilijk over gedaan (zie de vorige link). Dit lijkt dus wel degelijk een sanctie tegen Israël te zijn en niet slechts “algemeen beleid”.
Tot zover de economische sancties in een notendop. Hopelijk vond je het interessant. Wat vind jij van economische sancties in niet-handelssituaties?
In het vorige blog hebben we gekeken naar diplomatieke sancties. De impact daarvan is doorgaans niet enorm. Economische sancties en militaire sancties kunnen daarentegen een enorme impact hebben.
Maar het is ook veel moeilijker om een verstandige beslissing te maken met deze vormen van sancties. Laten we eens kijken naar de economische sancties. Let op: als je meer wilt weten over “retorsions” en “reprisals” dan plaats ik onder dit artikel een interessant boek van Jan Klabbers dat dit uitlegt. In dit artikel ga ik niet op deze termen in.
In dit artikel zou ik ook iets zeggen over militaire sancties. Maar… als je ff snel naar beneden scrolt zie je dat dit artikel al best lang is. Over militaire sancties an sich is niet veel te vertellen. Maar het is interessanter als ik direct wat praktische context geef, zoals
“Just War”-theorie, hoe het zit met de veiligheidsraad van de VN, e.d. Nu zijn daar boeken over geschreven, dus ik kan niet alles in één artikel vertellen. Maar volgende week geef ik een kleine inleiding in militaire sancties/ maatregelen en hoe dat werkt in de internationale politiek.
Allereerst, ik ben niet een fan van economische sancties (behalve als handelsinstrument). De nadelen zijn te groot. Economische sancties schaden de eigen economie. Als je bijvoorbeeld de import van een product verbiedt om een ander land te sanctioneren, dan moeten bedrijven die dat product gebruiken dat product ergens anders vandaan halen. Vaak moeten ze dan een duurdere leverancier gebruiken maar het kost ook al tijd en geld om een nieuwe leverancier te vinden, afspraken te maken, contracten op te stellen, etc. Dus de eigen bedrijven lijden eronder. Subsidies om de geraakte bedrijven te helpen zijn vaak niet dekkend.
Dat kun je zien als “tijdelijke” schade. Als de sancties worden opgeheven is er natuurlijk een kans dat bedrijven uit het gesanctioneerde land überhaupt niet meer willen samenwerken. Dat betekent dat de tijdelijke schade permanente schade is geworden.
Hetzelfde geldt voor het verbieden van exportproducten. Toen Rusland Oekraïne was binnengevallen en het Krim heeft geannexeerd, werden er veel sancties opgelegd en werd bijvoorbeeld de export van bepaalde groente en fruit naar Rusland verboden. Het gevolg? Russische bedrijven gaan op zoek naar andere leveranciers, bijvoorbeeld uit het Midden-Oosten, en als dat bevalt dan blijven ze daar! Dus je eigen bedrijven zien hun klanten eigenlijk in de armen van de concurrent vluchten.
Het biedt daarentegen ook kansen, maar dat is minimaal. Het dwingt de eigen bedrijven namelijk om op zoek te gaan naar nieuwe kansen in de markt en wellicht vinden ze juist een mega-deal die ze anders niet hadden gevonden. Maar dat weegt mijns inziens nooit op tegen de nadelen.
Een ander nadeel is dat economische sancties vaak de burgers van een land treffen en niet de overheid. Dus waar diplomatieke sancties echt tussen overheden gelden en burgers vaak weinig gevolgen ervaren, is dit voor economische sancties haast omgekeerd. Als je bijvoorbeeld de export van aardappels verbied, hebben de burgers in het andere land geen aardappels meer om te eten of ze moeten veel duurdere aardappels ergens anders vandaan halen.
Daarbij is er wel een verschil of er sancties worden opgelegd in het kader van de handel of dat ze worden opgelegd om bijvoorbeeld corruptie in een land te bestraffen, of bepaalde mensenrechten te promoten. Voor de handel kunnen “sancties” best nuttig zijn, maar we gaan in dit artikel uit van niet-handelsgevallen.
Welke soorten economische sancties zijn er? Geloof me… heeeeeel veel. Ik ga een rijtje opnoemen, maar er zijn er altijd meer te vinden. Ook omdat er steeds weer nieuwe, creatieve manieren worden gevonden om te sanctioneren.
Landen geven doorgaans subsidies aan andere landen om hen te helpen ontwikkelen. Hoe sterker je buurlanden zijn, economisch of militair gezien, hoe meer gebruik je daarvan kunt maken. Zo verstrekte Rusland ook subsidies aan Wit-Rusland, maar heeft deze subsidies gekort.
De Europese Unie heeft ook veel subsidies, bijvoorbeeld voor duurzaamheid, innovatie, onderwijs, enz. De EU kan haar lidstaten dus sanctioneren door subsidies in te houden zodat de ontwikkeling in dat land wordt vertraagd.
Het voordeel is dat dit doorgaans weinig economische schade aan de eigen economie oplevert. Het komt echter de relatie niet ten goede en als de naburige economie trager groeit, betekent dit doorgaans ook een vertraging van de eigen groei. In ieder geval is op de korte termijn wel geld uitgespaard.
Ongetwijfeld weet je dat landen vaak bij andere landen of bij banken van andere landen lenen. Een van de makkelijkste economische sancties die een land kan opleggen is het simpelweg bevriezen van die geldstromen. Het nadeel is echter wel dat de eigen financiële sector een klap krijgt.
Zoals al eerder aangehaald werden sommige export producten naar Rusland verboden toen Rusland het Kremlin bezette. In plaats van de export volledig te verbieden kunnen ook quota’s worden opgelegd. Dan mag maar een bepaalde hoeveelheid producten worden geëxporteerd.
Stel dat Nederland normaal gesproken 213 ton aardappels per jaar naar Rusland exporteert, zou Nederland kunnen bepalen dat er maar 150 ton aardappels mag worden geëxporteerd. Het gevolg is dat er in Rusland schaarste ontstaat indien Rusland niet snel nieuwe import realiseert. Daarmee zullen de aardappelprijzen in Rusland stijgen en zullen de mensen ongetwijfeld gaan klagen.
Ken je de situatie in Venezuela? Daar is een enorm tekort en wat er is houdt de overheid voor zichzelf. Mensen hebben geen eten, drinken, medicijnen of andere goederen. Om de overheid te dwingen beter voor haar mensen te zorgen zouden er sancties kunnen worden opgelegd. Het probleem is echter dat je de mensen die toch al niets hebben nog meer in de problemen brengt terwijl de overheid alles voor zichzelf blijft houden… Niet heel ethisch dus.
Mits er dus niet nieuwe import wordt gerealiseerd uit een ander land kan dit de druk in een land enorm opvoeren. Het kan de eigen bevolking bewegen in opstand te komen. Dit kan hen op de lange termijn helpen, maar tegen welke prijs?
In plaats van het verbieden of quoteren van export of import, kunnen ook de belastingen op bepaalde producten worden verhoogd. Zo wilde Trump de belastingen op Europese auto’s verhogen van 2,5% naar 20%. Een extreme verhoging. Dat was niet zo gek eigenlijk. Europa hanteert namelijk een tarief van 10% op Amerikaanse auto’s, dus vier keer zoveel. Dat is dan alleen op de export, maar vervolgens heeft de EU ook nog veel regels voor en heffingen op bijvoorbeeld milieu en dergelijke. Dus Europa was veel strenger voor de Amerikaanse auto-industrie dan andersom.
Trump wilde dat Europa dit aanpaste en daarom kwam hij met die maatregel. Als Europa de import van Amerikaanse auto’s dus net zo makkelijk zou maken als het in Amerika is om Europese auto’s te importeren, dan zou de belastingverhoging niet doorgaan. Dus de belastingverhoging was in dit geval een niet zo’n heel gek pressiemiddel voor meer economische samenwerking. In het geval van handel kan een sanctie enorm nuttig zijn.
Maar denk je eens in als de enige welvaart die er nog is in Venezuela zou komen van de export naar Europa en Europa beslist nog meer belasting te heffen en de regels nog strenger te maken om Maduro aan te zetten tot een hervorming van het land… Daar moet je niet aan denken toch?
Dit klinkt wat raar en in een democratie is het ook niet erg gebruikelijk. Maar neem even een autoritaire staat als uitgangspunt, waarbij de democratische waarden dus niet heel belangrijk zijn.
Het is mogelijk voor een overheid om wetgeving te maken waarmee de eigen economie gaat concurreren met de economie van het doelwit. Stel dat land B bekend staat om de koeien en de grote hoeveelheden melk die zij produceert en exporteert. Omdat de veehouderij in land B enorm groot en efficiënt is, kan land B tegen lage tarieven melk exporteren naar de omliggende landen.
Buurland A wil land B echter een slag toedienen. Land A maakt daarom allemaal regels om de eigen veehouderij te stimuleren. Dus er komen allerhande subsidies voor technologisch onderzoek om de melkproductie beter en efficiënter te maken. Er komen awareness programma’s waar burgers worden gestimuleerd een baan te zoeken waarin ze bijdragen aan de productie van melk. Als er bijvoorbeeld belastingen zijn voor CO2 uitstoot worden uitzonderingen gemaakt voor de veehouderij, enz.
Op deze manier kan de veehouderij een kunstmatige impuls krijgen waardoor de sector in land A enorm toeneemt en kan gaan concurreren met land B. Dit kost land A extreem veel geld en wellicht krimpt de economie ook enorm. Maar op de lange termijn zal het ongetwijfeld ook resulteren in een krimp van de economie van land B.
Deze casus is natuurlijk niet een “sanctie”. Maar grote, sterke economieën kunnen besluiten om buitenlandse economieën te sanctioneren door moedwillig impulsen te geven aan de eigen sectoren. Als het andere, veel zwakkere land dan gedaan heeft wat het sterke land wil, dan stopt het sterke land weer met de impulsen voor de eigen sectoren.
Zoals ik al aangaf, dit is erg hypothetisch. Als dit gebeurt is het vaak in een autoritair land en dan blijkt het ook vaak niet een van de slimste beslissingen.
Wel worden bepaalde maatregelen in een land regelmatig ingezet, bijvoorbeeld subsidies voor een bepaalde sector, maar dan is dat niet bedoeld om een andere economie te beschadigen, maar om de eigen economie te stimuleren.
Dit lijkt een beetje op het stoppen of bevriezen van bijvoorbeeld leningen en subsidies. Echter, het gaat hier vaak om private assets. Stel dat een aantal grote Duitse bedrijven hun geldzaken regelen bij Zwitserse banken, dan zou de Zwitserse overheid kunnen besluiten deze rekeningen te bevriezen. Deze Duitse bedrijven hebben dan ineens geen beschikking meer over hun geld, wat veel schade aan deze bedrijven kan berokkenen.
Deze Duitse bedrijven zullen dan ongetwijfeld gaan lobbyen bij de Duitse overheid om in gesprek te gaan met de Zwitserse overheid om ervoor te zorgen dat de rekeningen weer worden vrijgegeven.
Ook overheden zelf hebben vaak eigendommen in andere landen. Niet superhandig als die bevroren worden. Dan kun je toch maar beter proberen vrienden te blijven…
Een van de meeste simpele economische sancties is het verbieden van het openen van vestigingen door buitenlandse bedrijven. Dit doe je vaak niet als eenzaam land, maar in een zogenaamd blok. Als de Europese Unie bijvoorbeeld aan Wit-Russische bedrijven verbiedt zich binnen de Europese Unie te vestigen, dan kun je je voorstellen dat dit de ambitie van een groeiend, Wit-Russisch bedrijf in de weg kan staan.
Een reisverbod is denk ik niet zozeer een economische sanctie. Trump had bijvoorbeeld een inreisverbod voor Chinezen ingesteld om te voorkomen dat Covid-19 naar Amerika zou komen. Dan is het niet zozeer een sanctie maar een voorzorgsmaatregel.
Het kan ook als sanctie gelden. Op dit moment is er veel gaande over 5G en Huawei. Er is angst dat China allerhande technologie exporteert dat in andere landen als spionageapparatuur kan worden gebruikt. Hetzelfde kan gelden voor Chinese toeristen; zijn zij wel toeristen?
Stel dat er dreiging is tussen landen dan is het mogelijk dat ze elkaar een inreisverbod opleggen om te voorkomen dat “burgers” van het ene land komen spioneren in het andere land. Daarnaast kunnen voorwaarden worden gesteld. Zo kan de EU bijvoorbeeld aan China opdragen dat alle belangen die de Chinese overheid heeft in haar tech bedrijven, die hier hun apparatuur installeren, verkoopt. Dit kan voor de EU weer een garantie zijn dat de Chinese overheid niet spioneert middels deze apparatuur en wordt het reisverbod weer opgeheven.
Vergunningen zijn vervolgens denk ik één van de meest gebruikte economische “sancties”. Het is echter onduidelijk of dit echt sancties zijn of dat het gaat om het moeilijker maken om te concurreren. De overheid kan bijvoorbeeld verplicht stellen dat producten uit bepaalde gebieden aan bepaalde kwaliteitseisen voldoen. Daarvoor moeten allemaal tests worden gedaan en allemaal procedures worden doorlopen. Dit is vaak erg kostbaar dus zal een bedrijf liever niet zijn producten exporteren naar dat strenge land. Het gevolg is dat de nationale bedrijven beter kunnen concurreren op de nationale markt dan buitenlandse bedrijven.
Dit soort strenge regels kunnen ook als sanctie worden opgelegd. Zo zijn er gebieden in Israël waarvan belangrijke organisaties vinden dat Israël die gebieden bezet en dat dat dus Palestijnse gebieden zijn. Een heerlijke wijn uit dat gebied heeft op het etiket “Israël” als land van herkomst. Daar is veel tegenop gekomen en er werd geëist dat de etiketten voortaan “Palestina” of een andere aanduiding als “Israëlische nederzetting” zouden dragen.
Nu begrijp ik dat ik hierop reacties op dit voorbeeld kan krijgen van twee kampen; ik doe hiermee geen enkele uitspraak over de (on)rechtmatigheid van de activiteit van Israël, daar is dit artikel niet voor bedoeld. Wat interessant is aan dit etiket is dat het vooral voor Israël geldt, maar producten uit gebieden die door andere landen zijn geannexeerd, daar wordt niet moeilijk over gedaan (zie de vorige link). Dit lijkt dus wel degelijk een sanctie tegen Israël te zijn en niet slechts “algemeen beleid”.
Tot zover de economische sancties in een notendop. Hopelijk vond je het interessant. Wat vind jij van economische sancties in niet-handelssituaties?