Diplomatieke sancties en Wit-Rusland
De hoe en wat van sancties…
Gerben Veenema – 18 augustus 2020
Ongetwijfeld heb je gehoord over de situatie in Wit-Rusland. Het gaat niet van een leien dakje daar. De president is een autoritaire despoot en de EU wil sancties opleggen. Maar hoe dan en welke gevolgen heeft dat? We kijken naar de mogelijke diplomatieke sancties.
De wereld van sancties is een erg interessante. Het dient altijd een “goed doel” maar ik sta er erg sceptisch tegenover. Vaak wordt niet de overheid, maar de burger het hardste geraakt. En dat terwijl die sancties vaak bedoeld zijn om de burger te beschermen. Niet alleen dat, het schaadt ook vaak de eigen economie, maar het kan het eigen imago ook weer stimuleren. Er is dus nogal een wisselwerking van wat de voor- en nadelen zijn en die zijn ook weer afhankelijk per situatie. Laten we wat dieper kijken naar de verschillende mogelijke sancties, de voordelen en de nadelen.
Wit-Rusland is de inspiratie voor dit blogartikel, dus laat ik daar direct wat achtergrondinformatie over geven. Ik neem Wit-Rusland niet als uitgangspunt, maar dit artikel kan je helpen begrijpen waarover binnen de EU nu gesproken wordt en wat er in de nabije toekomst gaat gebeuren. Als ik Wit-Rusland als uitgangspunt neem zou ik alleen maar gaan speculeren en er vervolgens hopeloos naast zitten welke sancties zullen worden opgelegd. Dus ik hou het bij praktijkvoorbeelden.
In dit artikel bespreek ik alleen de diplomatieke sancties. In een ander artikel dat ik donderdag publiceer bespreek ik de economische en militaire sancties.
In 1991 verklaarde Belarus zich onafhankelijk. Vanaf toen was het niet meer één van de Sovjet-staten en we noemen het nu Wit-Rusland. In 1994 werd Loekasjenko (Batka) president en sindsdien zijn alle verkiezingen openlijk georkestreerd. Er is geen vrije pers, kritiek op de overheid wordt hardhandig neergeslagen, demonstraties zijn gevaarlijk en burgers hebben niet de burgerlijke en politieke rechten die we in Nederland kennen.
Zoals je hebt begrepen als je mijn vorige artikel hebt gelezen: de rechtsstaat is niet enorm aanwezig daar. De EU voelt zich, samen met vele andere landen en organisaties, geroepen om in te grijpen in Wit-Rusland middels sancties. Sancties zijn dus een pressiemiddel om de overheid ertoe te bewegen actie te ondernemen. Maar welke sancties zijn er dan zoal? We kijken nu alleen naar de diplomatieke sancties en donderdag naar de economische en militaire sancties.
De meest bekende sancties zijn denk ik de economische sancties, maar die zijn niet het meest voor de hand liggend. Vaak wordt eerst gekeken naar diplomatieke sancties. Ik zal de meest gangbare beknopt noemen en toelichten. Diplomatieke sancties raken vaak de relatie tussen een land of een verzameling landen. Het gaat daarbij vaak om de relaties tussen overheidsfunctionarissen en hun gedrag. Diplomatieke sancties zijn doorgaans minder ingrijpend en minder schadelijk voor beide partijen dus worden die liefst als eerste ingezet.
Een appeltje schillen hoeft niet per se een sanctie te zijn, maar kan wel als zodanig overkomen als bijvoorbeeld een ambassadeur, consulent of minister van een ander land op het matje wordt geroepen. Rusland heeft juist gisteren de Nederlandse ambassadeur op het matje geroepen vanwege gevonden spionage-apparatuur (of het klopt moet nog blijken). De ambassadeur moet dan tekst en uitleg geven over de situatie. Als Nederland inderdaad schuldig is aan spionage zal er vermoedelijk een excuus op volgen en het kan zelfs het ontslag van de ambassadeur betekenen vanwege geschonden vertrouwen.
Een andere supersimpele diplomatieke sanctie is het sturen van een brief met daarin je klaagzang of het publiekelijk uitbrengen van een bepaald statement.
Staatshoofden en overheidsfunctionarissen moeten altijd bedacht zijn op wat ze publiekelijk zeggen. Stel dat Rutte tijdens een interview een grapje maakt dat hij zich zorgen maakt om de kwaliteit van Chinese producten omdat de mondkapjes die Chinezen dragen bij het productiewerk in de grote fabrieken in China in de weg van hun spleetogen zitten waardoor het gezichtsveld, “dat toch al nauw is”, verminderd wordt en de kans op fouten groter is en dus de kwaliteit van de productie minder is, dan is dit een officieel statement. Dan heeft Rutte dus officieel iets gezegd over 1. De kwaliteit van Chinese producten, 2. De wijze waarop China omgaat met haar burgers op de werkvloer en 3. De fysieke conditie van Chinezen.
Zelfs al zou heel duidelijk zijn dat dit een grap is, dan nog is het een officieel statement waar de Chinese overheid (terecht) aanstoot aan kan nemen. De Chinese overheid kan dan (bijvoorbeeld middels een brief of een statement) eisen dat dat statement wordt ingetrokken en zelfs excuses wordt aangeboden.
Logischerwijs moeten overheidsfunctionarissen dus extreem voorzichtig zijn als zij publiekelijk spreken over gevoelige zaken in het buitenland. Je kunt je voorstellen dat Rutte het enorm moeilijk heeft gehad met het op strategisch en diplomatieke wijze formuleren van zijn statements toen de MH17 uit de lucht werd geschoten. Het is dan makkelijk om je mee te laten voeren met alle niet-onderbouwde theorieën die rondgaan en claims te doen die later onjuist blijken te zijn. Zulke claims kunnen later voor enorme problemen zorgen.
De meeste landen hebben een ambassade en/of consulaat met een diplomaat in andere landen. Zo’n diplomaat heet doorgaans een ambassadeur in het geval van een ambassade en een consulent in het geval van een consulaat, maar er zijn ook andere soorten van diplomaten. Zo’n diplomaat komt vaak op voor de belangen van het eigen land en van de eigen burgers in het land waar de ambassadeur is gevestigd, bijvoorbeeld middels onderhandelingen of heel simpel middels het verstrekken van een VISA. Er zijn ook diplomaten die vooral bezig zijn met lobbyen. Zij hebben dan niet een “basis” in het ontvangende land.
Als maatregel kan het land waar de ambassadeur is gevestigd de ambassadeur (of de consulent) naar huis sturen. Dat betekent dat de ambassade gesloten wordt en er niemand meer is om op te komen voor de belangen van het uitzendende land en haar burgers. Een nadeel is dat de ambassadeur ook vaak de gesprekspartner is om over de hele situatie te spreken en dus staakt het gesprek ook vaak, totdat het gesprek op een andere manier wordt voortgezet. Vaak doordat de staatshoofden of ministers van buitenlandse zaken met elkaar gaan praten, die dan dus een diplomatieke functie vervullen.
Een land kan ook de gesprekken helemaal stopzetten en overheidsfunctionarissen van een ander land de “persona-non-grata” status geven. Dat betekent kortgezegd dat die persoon niet meer welkom is in dat land. Die persoon is “uit de gratie” gevallen.
Dit doet een overheid doorgaans niet zomaar. Het gebeurde bijna toen een Turkse minister in 2017 naar Nederland wilde komen om te propageren voor het referendum in Turkije waarmee Erdogan meer macht zou krijgen. Sommige politici riepen toen wel op tot het verklaren van de Turkse minister als een persona non grata, ook omdat Turkije de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken dezelfde status had gegeven.
Soms wil een land iets heel graag; een bepaalde samenwerking, een verdrag, een gezamenlijk blok vormen tegen andere landen, uitlevering van een bepaalde persoon, etc. Daarvoor zijn dan onderhandelingen. Als pressiemiddel kan een van de partijen besluiten de gesprekken plat te leggen. Dit kan bijvoorbeeld het signaal geven dat “wij het niet nodig hebben, jullie willen het vooral voor jezelf”. De andere partijen kunnen daarmee onder druk worden gezet om hun onderhandelingsposities te matigen.
Het kan ook als middel worden gebruikt om een extern doel te bereiken. Stel dat een aantal landen aan het onderhandelen zijn over een grote economische samenwerking en een van de landen (A) arresteert een overheidsfunctionaris van een ander land (B). Land B kan dan besluiten de onderhandelingen volledig te staken totdat A de overheidsfunctionaris weer teruggeeft aan B. Het gevaar is wel dat B zo’n zwakke positie heeft bij de onderhandelingen dat hij zijn imago of zelfs zijn plaats aan de tafel verliest en alles kwijtraakt. Maar als B krachtig genoeg is kan A besluiten om toch de overheidsfunctionaris uit te leveren omdat A niet de economische voordelen van de samenwerking op het spel wil zetten.
In sommige situaties kan een boete worden opgelegd. Dit is doorgaans het geval bij internationale organisaties zoals de EU. Dan wordt bijvoorbeeld een geldelijke boete opgelegd zodat een lidstaat een bepaalde actie verricht (of juist ophoudt met een bepaalde activiteit).
Dit lijkt een economisch middel, maar het valt eigenlijk onder de bestuursrechtelijke dwangmiddelen. Daar zijn er meerdere van. Een dwangmiddel kan bijvoorbeeld zijn een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Dan moet een lidstaat iets doen en zolang dat lidstaat het niet doet, wordt de boete steeds groter per dag. Of, als het lidstaat het volledig nalaat, wordt na een bepaald termijn een bepaalde actie uitgevoerd door de organisatie zelf. Dit lijkt wat vergezocht en onpraktisch en is ook niet heel gebruikelijk.
Maar als een land bijvoorbeeld nalaat om een douane op te zetten langs de grenzen met een andere lidstaat, maar dat was wel afgesproken, kan de overkoepelende organisatie besluiten dat het andere lidstaat dan het recht krijgt om de douane op te zetten, bijvoorbeeld op kosten van de lidstaat die het had moeten doen of met het recht om belasting te innen, of iets dergelijks.
Boetes zijn wel gebruikelijk maar de andere bestuursrechtelijke middelen zijn minder gebruikelijk en vaak ook geen onderdeel van de intergouvernementele internationale organisatorische publiekrechtelijke inrichting/afspraken. Ze zijn te lastig om uit te voeren omdat iedere lidstaat er met dezelfde belangen en dezelfde soevereiniteit inzit. Er moet anders al gauw in het land zelf worden ingegrepen en dat is niet haalbaar.
Een land kan er ook voor kiezen om te propageren in een ander land. Deze propaganda kan bijvoorbeeld het gezag van de regerende partij ondermijnen, kan oproepen tot opstand maar het kan ook gericht zijn op een private partij. Als een grote onderneming in land A bijvoorbeeld veel specialisten uit land B weghaalt waardoor land B met een tekort komt, dan kan de overheid van land B gaan propageren over hoe slechte werkgever dat bedrijf is en dat de specialisten beter kunnen terugkomen naar land B.
Dit is vooral hypothetisch en komt bijna niet voor. Wel komt het voor dat landen propageren tegen het staatsgezag in een ander land. Doorgaans vindt propaganda binnen een land zelf plaats door de eigen overheid tegen de oppositie of juist tegen de coalitie. Denk aan de verkiezingen in Nederland waarbij alle politieke partijen propageren tegen de andere partijen.
China is hier een ster in. China steunt veel communistische partijen in andere landen in de hoop dat die daar meer voet aan de grond krijgen. Dit kan middels propaganda, middels financiële steun of economische voordelen.
Nu plak ik hier een link naar de China-strategie van de VVD > dat kun je zien als een vorm van propaganda voor de VVD 😉 (ik ben overigens niet een VVD’er). In dit document lees je echter veel over wat China doet om de eigen communistische partij te “verlengen” naar andere landen. Dit gaat veel verder dan slechts “steunen van de oppositie”, maar het geeft een goed beeld van wat er qua steunen mogelijk is.
Een voorbeeld van het daadwerkelijk steunen van de oppositie vind je in Syrië, waar Nederland (de EU) en Amerika de oppositie steunen terwijl Rusland en Turkije bijvoorbeeld het (legitieme?) regime van Assad steunen.
Een ander diplomatiek middel is het gebruikmaken van het mensenrechtenmechanisme. Er zijn verschillende mensenrechteninstrumenten (vooral verdragen) die worden geïnterpreteerd middels internationale gerechtshoven en organisaties. Als land A het niet eens is met hoe land B zijn burgers behandeld, kan land A bijvoorbeeld naar een gerechtshof stappen en een rechtszaak aanspannen tegen land B. Hier zijn natuurlijk regels en voorwaarden aan verbonden.
Maar land A zou ook een simpele “complaint”, een klacht, kunnen indienen tegen land B. Zo’n klacht kan bijvoorbeeld een reden zijn voor een internationale organisatie om onderzoek te doen in land B en als de klacht terecht is, kan deze internationale organisatie, waar land B dan natuurlijk wel lid van is, maatregelen tegen land B nemen, bijvoorbeeld een boete of economische sancties.
Er zijn dus genoeg verschillende diplomatieke sancties te bedenken om Wit-Rusland op te leggen. Het nadeel is dat het vaak de diplomatieke banden niet ten goede komt. Wit-Rusland hangt nogal aan Rusland en ik ben bang dat alleen Rusland indruk maakt met diplomatieke sancties. Sterker nog, Rusland heeft al subsidies voor Wit-Rusland gekort, dus het lijkt daar niet helemaal te boteren. Het voordeel van diplomatieke sancties is wel dat het niet direct de burgers van Wit-Rusland schaadt. Dat is anders met de economische en militaire sancties waar we het donderdag over gaan hebben.
Heb jij wel een idee welke (diplomatieke) sancties tegen Wit-Rusland zullen worden opgelegd door de EU (als er sancties worden opgelegd)? En welke zou het meest effectief zijn? Laat het gerust in de reacties weten.
Ongetwijfeld heb je gehoord over de situatie in Wit-Rusland. Het gaat niet van een leien dakje daar. De president is een autoritaire despoot en de EU wil sancties opleggen. Maar hoe dan en welke gevolgen heeft dat? We kijken naar de mogelijke diplomatieke sancties.
De wereld van sancties is een erg interessante. Het dient altijd een “goed doel” maar ik sta er erg sceptisch tegenover. Vaak wordt niet de overheid, maar de burger het hardste geraakt. En dat terwijl die sancties vaak bedoeld zijn om de burger te beschermen. Niet alleen dat, het schaadt ook vaak de eigen economie, maar het kan het eigen imago ook weer stimuleren. Er is dus nogal een wisselwerking van wat de voor- en nadelen zijn en die zijn ook weer afhankelijk per situatie. Laten we wat dieper kijken naar de verschillende mogelijke sancties, de voordelen en de nadelen.
Wit-Rusland is de inspiratie voor dit blogartikel, dus laat ik daar direct wat achtergrondinformatie over geven. Ik neem Wit-Rusland niet als uitgangspunt, maar dit artikel kan je helpen begrijpen waarover binnen de EU nu gesproken wordt en wat er in de nabije toekomst gaat gebeuren. Als ik Wit-Rusland als uitgangspunt neem zou ik alleen maar gaan speculeren en er vervolgens hopeloos naast zitten welke sancties zullen worden opgelegd. Dus ik hou het bij praktijkvoorbeelden.
In dit artikel bespreek ik alleen de diplomatieke sancties. In een ander artikel dat ik donderdag publiceer bespreek ik de economische en militaire sancties.
In 1991 verklaarde Belarus zich onafhankelijk. Vanaf toen was het niet meer één van de Sovjet-staten en we noemen het nu Wit-Rusland. In 1994 werd Loekasjenko (Batka) president en sindsdien zijn alle verkiezingen openlijk georkestreerd. Er is geen vrije pers, kritiek op de overheid wordt hardhandig neergeslagen, demonstraties zijn gevaarlijk en burgers hebben niet de burgerlijke en politieke rechten die we in Nederland kennen.
Zoals je hebt begrepen als je mijn vorige artikel hebt gelezen: de rechtsstaat is niet enorm aanwezig daar. De EU voelt zich, samen met vele andere landen en organisaties, geroepen om in te grijpen in Wit-Rusland middels sancties. Sancties zijn dus een pressiemiddel om de overheid ertoe te bewegen actie te ondernemen. Maar welke sancties zijn er dan zoal? We kijken nu alleen naar de diplomatieke sancties en donderdag naar de economische en militaire sancties.
De meest bekende sancties zijn denk ik de economische sancties, maar die zijn niet het meest voor de hand liggend. Vaak wordt eerst gekeken naar diplomatieke sancties. Ik zal de meest gangbare beknopt noemen en toelichten. Diplomatieke sancties raken vaak de relatie tussen een land of een verzameling landen. Het gaat daarbij vaak om de relaties tussen overheidsfunctionarissen en hun gedrag. Diplomatieke sancties zijn doorgaans minder ingrijpend en minder schadelijk voor beide partijen dus worden die liefst als eerste ingezet.
Een appeltje schillen hoeft niet per se een sanctie te zijn, maar kan wel als zodanig overkomen als bijvoorbeeld een ambassadeur, consulent of minister van een ander land op het matje wordt geroepen. Rusland heeft juist gisteren de Nederlandse ambassadeur op het matje geroepen vanwege gevonden spionage-apparatuur (of het klopt moet nog blijken). De ambassadeur moet dan tekst en uitleg geven over de situatie. Als Nederland inderdaad schuldig is aan spionage zal er vermoedelijk een excuus op volgen en het kan zelfs het ontslag van de ambassadeur betekenen vanwege geschonden vertrouwen.
Een andere supersimpele diplomatieke sanctie is het sturen van een brief met daarin je klaagzang of het publiekelijk uitbrengen van een bepaald statement.
Staatshoofden en overheidsfunctionarissen moeten altijd bedacht zijn op wat ze publiekelijk zeggen. Stel dat Rutte tijdens een interview een grapje maakt dat hij zich zorgen maakt om de kwaliteit van Chinese producten omdat de mondkapjes die Chinezen dragen bij het productiewerk in de grote fabrieken in China in de weg van hun spleetogen zitten waardoor het gezichtsveld, “dat toch al nauw is”, verminderd wordt en de kans op fouten groter is en dus de kwaliteit van de productie minder is, dan is dit een officieel statement. Dan heeft Rutte dus officieel iets gezegd over 1. De kwaliteit van Chinese producten, 2. De wijze waarop China omgaat met haar burgers op de werkvloer en 3. De fysieke conditie van Chinezen.
Zelfs al zou heel duidelijk zijn dat dit een grap is, dan nog is het een officieel statement waar de Chinese overheid (terecht) aanstoot aan kan nemen. De Chinese overheid kan dan (bijvoorbeeld middels een brief of een statement) eisen dat dat statement wordt ingetrokken en zelfs excuses wordt aangeboden.
Logischerwijs moeten overheidsfunctionarissen dus extreem voorzichtig zijn als zij publiekelijk spreken over gevoelige zaken in het buitenland. Je kunt je voorstellen dat Rutte het enorm moeilijk heeft gehad met het op strategisch en diplomatieke wijze formuleren van zijn statements toen de MH17 uit de lucht werd geschoten. Het is dan makkelijk om je mee te laten voeren met alle niet-onderbouwde theorieën die rondgaan en claims te doen die later onjuist blijken te zijn. Zulke claims kunnen later voor enorme problemen zorgen.
De meeste landen hebben een ambassade en/of consulaat met een diplomaat in andere landen. Zo’n diplomaat heet doorgaans een ambassadeur in het geval van een ambassade en een consulent in het geval van een consulaat, maar er zijn ook andere soorten van diplomaten. Zo’n diplomaat komt vaak op voor de belangen van het eigen land en van de eigen burgers in het land waar de ambassadeur is gevestigd, bijvoorbeeld middels onderhandelingen of heel simpel middels het verstrekken van een VISA. Er zijn ook diplomaten die vooral bezig zijn met lobbyen. Zij hebben dan niet een “basis” in het ontvangende land.
Als maatregel kan het land waar de ambassadeur is gevestigd de ambassadeur (of de consulent) naar huis sturen. Dat betekent dat de ambassade gesloten wordt en er niemand meer is om op te komen voor de belangen van het uitzendende land en haar burgers. Een nadeel is dat de ambassadeur ook vaak de gesprekspartner is om over de hele situatie te spreken en dus staakt het gesprek ook vaak, totdat het gesprek op een andere manier wordt voortgezet. Vaak doordat de staatshoofden of ministers van buitenlandse zaken met elkaar gaan praten, die dan dus een diplomatieke functie vervullen.
Een land kan ook de gesprekken helemaal stopzetten en overheidsfunctionarissen van een ander land de “persona-non-grata” status geven. Dat betekent kortgezegd dat die persoon niet meer welkom is in dat land. Die persoon is “uit de gratie” gevallen.
Dit doet een overheid doorgaans niet zomaar. Het gebeurde bijna toen een Turkse minister in 2017 naar Nederland wilde komen om te propageren voor het referendum in Turkije waarmee Erdogan meer macht zou krijgen. Sommige politici riepen toen wel op tot het verklaren van de Turkse minister als een persona non grata, ook omdat Turkije de Nederlandse minister van Buitenlandse Zaken dezelfde status had gegeven.
Soms wil een land iets heel graag; een bepaalde samenwerking, een verdrag, een gezamenlijk blok vormen tegen andere landen, uitlevering van een bepaalde persoon, etc. Daarvoor zijn dan onderhandelingen. Als pressiemiddel kan een van de partijen besluiten de gesprekken plat te leggen. Dit kan bijvoorbeeld het signaal geven dat “wij het niet nodig hebben, jullie willen het vooral voor jezelf”. De andere partijen kunnen daarmee onder druk worden gezet om hun onderhandelingsposities te matigen.
Het kan ook als middel worden gebruikt om een extern doel te bereiken. Stel dat een aantal landen aan het onderhandelen zijn over een grote economische samenwerking en een van de landen (A) arresteert een overheidsfunctionaris van een ander land (B). Land B kan dan besluiten de onderhandelingen volledig te staken totdat A de overheidsfunctionaris weer teruggeeft aan B. Het gevaar is wel dat B zo’n zwakke positie heeft bij de onderhandelingen dat hij zijn imago of zelfs zijn plaats aan de tafel verliest en alles kwijtraakt. Maar als B krachtig genoeg is kan A besluiten om toch de overheidsfunctionaris uit te leveren omdat A niet de economische voordelen van de samenwerking op het spel wil zetten.
In sommige situaties kan een boete worden opgelegd. Dit is doorgaans het geval bij internationale organisaties zoals de EU. Dan wordt bijvoorbeeld een geldelijke boete opgelegd zodat een lidstaat een bepaalde actie verricht (of juist ophoudt met een bepaalde activiteit).
Dit lijkt een economisch middel, maar het valt eigenlijk onder de bestuursrechtelijke dwangmiddelen. Daar zijn er meerdere van. Een dwangmiddel kan bijvoorbeeld zijn een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Dan moet een lidstaat iets doen en zolang dat lidstaat het niet doet, wordt de boete steeds groter per dag. Of, als het lidstaat het volledig nalaat, wordt na een bepaald termijn een bepaalde actie uitgevoerd door de organisatie zelf. Dit lijkt wat vergezocht en onpraktisch en is ook niet heel gebruikelijk.
Maar als een land bijvoorbeeld nalaat om een douane op te zetten langs de grenzen met een andere lidstaat, maar dat was wel afgesproken, kan de overkoepelende organisatie besluiten dat het andere lidstaat dan het recht krijgt om de douane op te zetten, bijvoorbeeld op kosten van de lidstaat die het had moeten doen of met het recht om belasting te innen, of iets dergelijks.
Boetes zijn wel gebruikelijk maar de andere bestuursrechtelijke middelen zijn minder gebruikelijk en vaak ook geen onderdeel van de intergouvernementele internationale organisatorische publiekrechtelijke inrichting/afspraken. Ze zijn te lastig om uit te voeren omdat iedere lidstaat er met dezelfde belangen en dezelfde soevereiniteit inzit. Er moet anders al gauw in het land zelf worden ingegrepen en dat is niet haalbaar.
Een land kan er ook voor kiezen om te propageren in een ander land. Deze propaganda kan bijvoorbeeld het gezag van de regerende partij ondermijnen, kan oproepen tot opstand maar het kan ook gericht zijn op een private partij. Als een grote onderneming in land A bijvoorbeeld veel specialisten uit land B weghaalt waardoor land B met een tekort komt, dan kan de overheid van land B gaan propageren over hoe slechte werkgever dat bedrijf is en dat de specialisten beter kunnen terugkomen naar land B.
Dit is vooral hypothetisch en komt bijna niet voor. Wel komt het voor dat landen propageren tegen het staatsgezag in een ander land. Doorgaans vindt propaganda binnen een land zelf plaats door de eigen overheid tegen de oppositie of juist tegen de coalitie. Denk aan de verkiezingen in Nederland waarbij alle politieke partijen propageren tegen de andere partijen.
China is hier een ster in. China steunt veel communistische partijen in andere landen in de hoop dat die daar meer voet aan de grond krijgen. Dit kan middels propaganda, middels financiële steun of economische voordelen.
Nu plak ik hier een link naar de China-strategie van de VVD > dat kun je zien als een vorm van propaganda voor de VVD 😉 (ik ben overigens niet een VVD’er). In dit document lees je echter veel over wat China doet om de eigen communistische partij te “verlengen” naar andere landen. Dit gaat veel verder dan slechts “steunen van de oppositie”, maar het geeft een goed beeld van wat er qua steunen mogelijk is.
Een voorbeeld van het daadwerkelijk steunen van de oppositie vind je in Syrië, waar Nederland (de EU) en Amerika de oppositie steunen terwijl Rusland en Turkije bijvoorbeeld het (legitieme?) regime van Assad steunen.
Een ander diplomatiek middel is het gebruikmaken van het mensenrechtenmechanisme. Er zijn verschillende mensenrechteninstrumenten (vooral verdragen) die worden geïnterpreteerd middels internationale gerechtshoven en organisaties. Als land A het niet eens is met hoe land B zijn burgers behandeld, kan land A bijvoorbeeld naar een gerechtshof stappen en een rechtszaak aanspannen tegen land B. Hier zijn natuurlijk regels en voorwaarden aan verbonden.
Maar land A zou ook een simpele “complaint”, een klacht, kunnen indienen tegen land B. Zo’n klacht kan bijvoorbeeld een reden zijn voor een internationale organisatie om onderzoek te doen in land B en als de klacht terecht is, kan deze internationale organisatie, waar land B dan natuurlijk wel lid van is, maatregelen tegen land B nemen, bijvoorbeeld een boete of economische sancties.
Er zijn dus genoeg verschillende diplomatieke sancties te bedenken om Wit-Rusland op te leggen. Het nadeel is dat het vaak de diplomatieke banden niet ten goede komt. Wit-Rusland hangt nogal aan Rusland en ik ben bang dat alleen Rusland indruk maakt met diplomatieke sancties. Sterker nog, Rusland heeft al subsidies voor Wit-Rusland gekort, dus het lijkt daar niet helemaal te boteren. Het voordeel van diplomatieke sancties is wel dat het niet direct de burgers van Wit-Rusland schaadt. Dat is anders met de economische en militaire sancties waar we het donderdag over gaan hebben.
Heb jij wel een idee welke (diplomatieke) sancties tegen Wit-Rusland zullen worden opgelegd door de EU (als er sancties worden opgelegd)? En welke zou het meest effectief zijn? Laat het gerust in de reacties weten.